Plaatsen > San Marino
Republiek San Marino
San Marino (Repubblica di San Marino) is een republiek op het Apennijns Schiereiland, een enclave tussen de Italiaanse provincies Forlì en Pesaro, 61 vierkante kilometer groot, met, volgens een schatting uit 2001, 27 336 inwoners.
De nationale feestdag is 3 september, de dag waarop volgens de legende in 301 de stad San Marino gesticht werd door Sint-Marinus. Als dfit waar is zou San Marino daarmee de oudste nog bestaande republiek ter wereld zijn. De republiek door Frankrijk in 1797 erkend, en op het Congres van Wenen in 1815 door de andere Europese staten. Hoewel het een soevereine staat is, is het sterk afhankelijk van Italië, dat het sinds zijn eenwording in de 19e eeuw volledig omringt. Tot ver in de negentiende eeuw genoot San Marino protectie van de Kerkelijke Staat.
In 1848 werd in San Marino als eerste land ter wereld de gratis gezondheidszorg ingevoerd. In 1897 kwam er een verdrag tot stand met Italië. Volgens de constitutie van 1925 is San Marino een democratie met een parlementair stelsel. De reeds in 1922 opgerichte Partito Fascista Sammarinese (PFS) kwam in 1930 aan de macht. Het behield haar positie tot 1944. In 1943 werd San Marino door de Duitsers bezet, ofschoon het land neutraal is. In 1944 werd het door de Britten gebombardeerd, maar leed weinig schade. In dat zelfde jaar werd het land ook bevrijd.
De hoofdstad van de republiek San Marino is San Marino. De munteenheid is de Italiaanse lire.
Het grondgebied wordt ingenomen door een uit kalksteen bestaand gebergte (de Monte Titano) met drie steile pieken van ca. 750 m hoogte; de rest is heuvelachtig, met talrijke riviertjes en verspreid enkele kleine dorpen. Het hoogste punt van de republiek is de Monte Titano van 749 m. Het mooie landschap trekt jaarlijks meer dan 2,5 miljoen toeristen naar de republiek San Marino. De toeristische sector vertegenwoordigt daarmee ongeveer 50% van San Marino’s Bruto Nationaal Product (BNP).
De bevolking is vnl. rooms-katholiek. Italiaans is de officiële taal. De wetgevende macht is in handen van een Grote en Algemene Raad (Consiglio Grande e Generale) van 60, voor vijf jaar gekozen leden, de uitvoerende macht in die van twee, voor zes maanden uit de Grote Raad gekozen Capitani Reggenti, samen met het Congresso di Stato, dat tien leden heeft. Vrouwen mogen sedert 1960 stemmen en sedert 1974 mpogen ze zich ook verkiesbaar stellen.
Ook de in het buitenland wonende Sanmarinezen (ca. 11 000) hebben stemrecht en kunnen bij verkiezingen op kosten van de politieke partijen naar San Marino komen.
Er zijn een christen-democratische partij, een sociaal-democratische partij, een links-socialistische partij, een communistische partij en een rechts comité voor de verdediging van de republiek.
De republiek bestaat uit negen gemeenten oftewel castelli. Dit zijn:
- Acquaviva
- Borgo Maggiore
- Chiesanuova
- Domagnano
- Faetano
- Fiorentino
- Monte Giardino
- San Marino
- Serravalle
San Marino is (sinds 1992 volwaardig) lid van de Verenigde Naties en van enkele van haar suborganisaties en van de Raad van Europa.
De betrekkingen met Italië, waarmee het een douane-unie onderhoudt, zijn geregeld in een verdrag van 1862 (hernieuwd in 1939 en regelmatig herzien tussen 1942 en 1985). Hoewel officieel geen Euro-land heeft San Marino toestemming om de Euro als nationale munteenheid te voeren, dit op grond van afspraken met Europese Unie. Vóór de invoering van de Euro was de Sanmarinese lire gekoppeld aan de Italiaanse lire.
De voornaamste landbouwproducten zijn wijn en kaas. Verder zijn bankwezen, kledinghandel, elektronica en keramiek belangrijk. De Sanmarinese postzegels, die alleen binnen het land zelf geldig zijn, worden vooral verkocht aan filatelisten en vormen daarmee een andere bron van inkomsten. De productie per hoofd van de bevolking en de levensstandaard zijn vergelijkbaar met die in Italië, dat het leeuwendeel van het voedsel levert.
De stad San Marino
De Zuid-Europese stad San Marino is de hoofdstad en tevens grootste stad van de republiek die dezelfde naam draagt. De stad is van verre te zien van achter de stadsmuren op de helling van de Monte Titano in de Apennijnen.